1. Regel van de derden
voor compositie (raster 3 bij 3) en plaats het hoofdobject uit het midden.
2. Neutrale achtergrond
(mag wel wat kleur of textuur hebben, maar er niet uitspringen t.a.v. het
hoofdonderwerp)
3. Achtergrond met hoog
contrast (juist donker of druk om contrast te hebben met de centrale
afbeelding) of complementaire kleur gebruiken
Achtergrond licht van boven en beneden donker
4. Schaal is van groot
belang; grote achtergrondbeelden kunnen teveel aandacht vragen, maar je kunt
ook de focus verleggen met het spelen met schaal
5. Vertel een verhaal in
je collage en kijk of je dit kunt overdrijven
6. Kleurgebruik: monochroom
of speel juist met kleur waardoor expressie ontstaat
7. Zorg dat je een
brandpunt hebt. Is het logisch om iets helemaal onderaan te plaatsen of kan het
beter ergens anders?
8. Rand of geen rand? Of
een rand aan één kant, en wat doet de rand met de achtergrond en je middelpunt?
9. Tekst; grote woorden of
kleine woorden… Hoe beïnvloedt het uiterlijk van de woorden het centrale beeld?
Probeer een persoon naar de woorden te laten kijken.
10. Doe vooral waar je je
goed bij voelt!
